Jo Brouns keurt aanpassingen goed aan emissiereducerende maatregelen en versnelt erkenningsprocedure voor nieuwe technieken
Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns heeft een reeks aanpassingen goedgekeurd aan de bestaande emissiereducerende maatregelen (AER-maatregelen) voor rundvee. De wijzigingen maken het voor landbouwers eenvoudiger om deze maatregelen toe te passen op hun bedrijf. Tegelijk wordt ook de procedure om nieuwe technieken te erkennen verbeterd.
Maatregelen worden werkbaarder voor landbouwers
De aanpassingen zorgen ervoor dat maatregelen zoals het beweiden van dieren, zowel op roosters als op stro werkbaarder wordt, leegstand bij kalveren wordt erkend en beweiding ook mogelijk wordt bij potstallen. Zo worden de technieken, op basis van wetenschappelijk advies, beter afgestemd op de dagelijkse realiteit van veehouders.
Zo wordt het mogelijk om beweiding in groep toe te passen voor melk- en kalfkoeien ouder dan twee jaar én voor vrouwelijk jongvee tot twee jaar. Er komen meer tussencategorieën van weide-uren, waardoor het systeem beter aansluit op de realiteit van elk bedrijf.
Concreet gaat het om volgende aanpassingen:
Beweiden in groep in gedeeltelijk ingestrooide stallen, de zogenaamde potstallen, wordt mogelijk voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar. Daarvoor is een reductiepercentage toegekend van 5 tot 11%, afhankelijk van het aantal dagen per jaar waarop volledige beweiding is toegepast. De veehouder kan voorts ook kiezen om zijn dieren 15 tot 20u aaneengesloten buiten te laten. De pot zelf dient zoveel mogelijk vrijgehouden te worden.
Beweiding bij melkvee wordt werkbaarder. In eerste instantie zijn er meer tussenstappen van het aantal weide-uren opgenomen, waardoor een landbouwer de beweidingstijd beter kan afstemmen op zijn bedrijfsrealiteit. Voorts hoeft het aantal weide-uren niet meer digitaal geregistreerd te worden. Een logboek volstaat, hoewel digitale registratie nog steeds is toegestaan.
Voor jongvee en vleesvee op roosters wordt niet meer verwacht dat de mest uit de put verwijderd wordt. Het verwijderen van de mest uit de put is nog steeds mogelijk, en resulteert in een hogere reductiefactor. Het is echter niet meer verplicht. Voorts werd het reductiepercentage, op basis van wetenschappelijk advies verhoogd en werden meer tussenstappen voorzien. Op deze manier zal voor jongvee en vleesvee de reductie op een meer werkbare manier mogelijk worden.
Voor jongvee en vleesvee op stro wordt niet meer verwacht dat de stal wordt uitgemest. Het onaangeroerd laten van de pot waar het stro ligt volstaat. Ook hier is het reductiepercentage op basis van wetenschappelijk advies verhoogd en wordt beweiding aldus proportioneel interessanter. Voorts zijn er ook hier meer tussenstappen voorzien in het aantal dagen beweiding. Hierdoor is da maatregel beter bedrijfsinpasbaar.
Bij kalveren wordt verlengde leegstand erkend. Afhankelijk van het aantal dagen verlengde leegstand op jaarbasis, wordt een reductie van 5 tot 10% bekomen.
Snellere erkenning van nieuwe technieken
Naast de inhoudelijke aanpassingen aan de maatregelen wordt ook de erkenningsprocedure hervormd. De samenwerking tussen het Administratief Team (AT) en het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) wordt versterkt, zodat nieuwe technieken sneller kunnen worden beoordeeld en toegevoegd aan de AER-lijst. Voorts krijgt het WeComV de mogelijkheid, om waar zij dat wenst, op basis van expertenadvies een emissiefactor toe te kennen. Zo kan, voor beperkte aanpassingen, of reeds vaak onderzochte technieken, een lijvige meetprocedure vermeden worden. Tot slot wordt ook de fast lane, waarbij technieken die erkend zijn in onze buurlanden ook snel in Vlaanderen kunnen worden toegepast, concreet uitgewerkt.
Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving en Landbouw: “Onze landbouwers willen inspanningen leveren om hun emissies te verminderen, maar hebben daarvoor een duidelijk en betrouwbaar wettelijk kader nodig. Met deze aanpassingen maken we bestaande maatregelen werkbaarder en zorgen we dat innovatieve technieken sneller erkend kunnen worden. Dat is een hefboom om onze stikstofdoelstellingen te halen en landbouwbedrijven een duurzame toekomst te bieden in Vlaanderen.”
