Minister Brouns ziet toekomst voor appelteelt ondanks daling areaal
Het appelareaal in Vlaanderen is de voorbije tien jaar met 32% gedaald. Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns verwacht dat deze daling zich nog even zal doorzetten, maar ziet ook nieuwe kansen voor de sector, zowel in binnenlandse differentiatie als op internationale markten. Dat antwoordde hij vanmorgen in de commissie Landbouw op een vraag van Vlaams parlementslid Lydia Peeters.
In Haspengouw, dé fruitstreek bij uitstek, schakelden de voorbije jaren steeds meer fruittelers over van appel- naar perenteelt. Vooral de Conference-peer wint aan belang. “Voor Jonagold-appels is de concurrentie met landen zoals Polen zeer groot, vooral omwille van de lagere loonkosten daar. Voor Conference-peren zijn we daarentegen wel competitief omdat ons klimaat daar echt geschikt voor is,” legt minister Brouns uit.
Clubrassen en differentiatie
Toch is er volgens Brouns zeker toekomst voor de appelteelt in Vlaanderen, mits voldoende differentiatie. “We zien een duidelijke verschuiving van Jonagold naar clubrassen zoals Bonita, Kanzi en Rubis Gold. Zo’n clubras wordt via een ‘club’ georganiseerd in de markt gezet, wat telers toelaat hun marktpositie te versterken.” De Jonagold blijft wel populair op de binnenlandse markt: met 40% blijft het de meest geconsumeerde appelvariëteit in Vlaanderen.
Om de omschakeling naar beloftevolle appelrassen te ondersteunen, kunnen fruittelers beroep doen op het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Ook via de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) van de Europese Unie zijn er subsidies mogelijk voor aanplant, royalties en innovatieve teelttechnieken.
De Vlaamse overheid ondersteunt bovendien het rassenonderzoek via PCfruit.
Kansen op de Aziatische markt
Na het wegvallen van de Russische markt is de sector actief op zoek gegaan naar nieuwe afzetmarkten. Intussen worden Belgische appels en peren geëxporteerd naar onder meer India, Vietnam, China, Canada en Brazilië. “We blijven inzetten op internationale markten. Momenteel werken we aan de toegang tot de Filipijnen en Indonesië voor zowel appels als peren,” zegt Brouns. “Daarnaast sprak ik recent nog met de Japanse autoriteiten om ook onze peren toe te laten op de Japanse markt. In Azië liggen er zeker nog opportuniteiten voor ons Limburgs fruit.”
Fruit op school
VLAM blijft ondertussen actief inzetten op promotie van inlands fruit. Campagnes als ‘Doe de Is-het-van-bij-ons-check’ moeten Vlaamse consumenten aansporen om bewust te kiezen voor lokaal geteelde producten. “Daarnaast willen we van jongs af aan kinderen leren hoe belangrijk de keuze voor gezonde voeding van bij ons is. Daarom versterken we ook de aanwezigheid van lokaal fruit in scholen,” besluit minister Brouns.
