Nationaal Park Hoge Kempen: bouw van een iconisch bezoekerscentrum in Eisden gestart

MAASMECHELEN – Op de site van de voormalige steenkoolmijn van Eisden, ondertussen gekend als Terhills, werd vandaag het startschot gegeven voor de bouw van een nieuw bezoekerscentrum van het Nationaal Park Hoge Kempen. Het is een uitbreiding van het huidige ‘National Park Visitor Center’, het enige in zijn soort in België en open sinds 2014. Met een stijging van het aantal bezoekers tot meer dan 100.000 per jaar, wil het iconische bezoekerscentrum vanaf 2027 een nog meer kwaliteitsvolle beleving bieden aan de bezoekers.

Schachtbok wordt bezoekerscentrum.

Het bezoekerscentrum zal gebouwd worden in de westelijke schachtbok van de voormalige steenkoolmijn van Eisden, eigendom van de Limburgse Investeringsmaatschappij LRM en haar dochteronderneming nv Terhills. Er is gekozen voor een ‘box-in-a-box’-principe zodat het huidige beeld van dit iconische erfgoed grotendeels onaangeroerd zal blijven. Onthaal, shop, cafetaria, vergader- en exporuimtes en uitkijkpunten met zicht op de omgeving zullen zich uitspreiden over het gelijkvloers en 4 extra verdiepingen. Als kers op de taart wordt een uitkijkplatform voorzien op 24 meter hoogte, met vergezichten over het Nationaal Park en tot ver in Nederland, Duitsland en zelfs tot de Hoge Venen.

Duurzaamheid voorop

Door de keuze voor het hergebruik van een bestaand gebouw, houtskeletbouw en zo veel als mogelijk herbruikbare bouwmaterialen met een lage ecologische voetafdruk, legt het architectuurbureau Hippo Architecten uit Genk de lat erg hoog op vlak van duurzaamheid. Er zal bovendien maximaal gebruik gemaakt worden van hernieuwbare energie die grotendeels ter plaatse geproduceerd zal worden. Bezoekers aan het Nationaal Park zullen vanuit de Franse tuin bij het Terhills Hotel, dwars door de schachtbok wandelen, ook buiten de openingsuren van het centrum.

Sluitstuk Maasmechels mijnerfgoed

Dit nieuwe centrum, dat voluit ondersteund wordt door de gemeente Maasmechelen, is 38 jaar na de sluiting van de steenkoolmijn, het sluitstuk van de herbestemming van de site van de voormalige steenkoolmijn van Eisden.

Natuur als sterk merk voor Limburg

Het nieuwe ‘Gastenplan van Visit Limburg’ trekt volop de kaart van kwaliteitsvolle landschappen, met een belangrijke rol voor het Nationaal Park Hoge Kempen. 

Signaalfunctie voor Vlaanderen

Het Nationaal Park Hoge Kempen is met zijn 120 km² het grootste natuurgebied van Vlaanderen en sinds 2006 het eerste nationale park van België. Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns voorziet financiële steun voor de bouw van het nieuwe bezoekerscentrum. “Mensen dichter bij en in de natuur brengen is een van onze krachtigste hefbomen,” zegt minister Brouns. “Wie de natuur beter leert kennen, krijgt er vanzelf respect en waardering voor. Daarom investeren we in dit bezoekerscentrum, zodat nog meer bezoekers de unieke natuur van dit park kunnen ervaren. Het Nationaal Park Hoge Kempen toont bovendien hoe je van onderuit een sterk draagvlak opbouwt, waar natuur, landbouw en toerisme in harmonie samenkomen. Die manier van samenwerken willen we uitdragen, tot ver buiten Vlaanderen.”

Start van de werken

Maandagochtend 20 oktober 2025 gaf de voorzitter van Regionaal Landschap en gedeputeerde Laura Olaerts, Vlaams minister en voorzitter van de Stuurgroep Nationaal Park Hoge Kempen Jo Brouns, voorzitter Limburg Sterk Merk en gedeputeerde Tom Vandeput en burgemeester van Maasmechelen Raf Terwingen het startschot van de werken.

De werken zullen ongeveer 2 jaar in beslag nemen. Al die tijd zal de schachtbok niet toegankelijk zijn, maar blijft het bestaande National Park Visitor Center op de site wel open. Bezoekers kunnen er via de opgestelde 3D maquette alvast beeld krijgen van hoe het nieuwe bezoekerscentrum eruit zal zien.

Vorige
Vorige

Minister Brouns plant eerste laanboom en rolt rode loper uit voor veilige, groene verbinding tussen sportcentrum Kiewit, Domein Kiewit en De Wijers.

Volgende
Volgende

Limburgs bedrijf P&V Panels is belangrijke partner voor Infrabel en voor de veiligheid en stiptheid op het Belgische spoorwegnet