Oneerlijke subsidieconcurrentie tussen Europese lidstaten moet stoppen

In geen enkele Europese lidstaat heeft de agrovoedingssector de voorbije twee jaar minder staatssteun gekregen dan in België. “Die versoepeling moet snel op de schop, omdat ze oneerlijke subsidieconcurrentie tussen lidstaten in de hand werkt”, zegt Wouter Beke (CD&V).

Met 35.000 bedrijven, 120.000 jobs en 60 miljard euro omzet is de agrovoeding een van de belangrijkste sectoren in ons land. Elke dag opnieuw zorgen onze agrovoedingsbedrijven - van riek tot vork - voor lokale producten die voldoen aan de hoogste kwaliteits- en veiligheidsnormen.

Toch staat de sector zwaar onder druk. Getuige daarvan de vele boerenprotesten in heel wat Europese landen. “De versoepeling van de EU-regels over staatssteun doet hier geen goed aan, want ze trekt de Europese markt volledig scheef. Dit is nefast voor onze eigen Belgische landbouwers”, zegt Europees CD&V-lijsttrekker Wouter Beke.

België hekkensluiter

De recent gepubliceerde cijfers over staatssteun die de 27 lidstaten bij de Europese Commissie moeten aanmelden, wijzen uit dat de Poolse agrovoedingssector tussen maart 2022 en maart 2024 bijna 4 miljard euro staatssteun heeft ontvangen. Italië staat met 2,3 miljard euro op twee, gevolgd door Frankrijk (1 miljard) en Roemenië (0,7 miljard). België is hekkensluiter met een schamele 600.000 euro.

“Opvallend is dat het merendeel van de Roemeense steun in februari en maart van dit jaar werd goedgekeurd, in de onmiddellijke nasleep van de Europese boerenprotesten”, weet Beke. “In Polen zien we dat de boeren ruim de helft van de hun 4 miljard euro staatssteun kregen in de aanloop naar de Poolse parlementsverkiezingen van 15 oktober 2023. Waar Polen voornamelijk de eigen graanproducenten steunde als dam tegen goedkoop Oekraïens graan, kiest Roemenië vooral voor zijn fruit- en groentesector.”

Dat België de rode lantaarn heeft, heeft volgens Beke twee redenen: onze begrotingen hebben diepe putten, en onze regeringen vinden reguliere staatssteun niet de te volgen weg.

“Oneerlijke concurrentie”

Volgens Beke ziet Europa nationale staatssteun te zeer door de vingers. “De versoepeling van de regels kwam er in maart 2022 vooral omdat de sancties tegen Rusland ook een zware impact hebben op de economie en landbouw in Europa”, aldus Beke. “Sindsdien moet staatssteun eerst naar de landbouwers gaan, en daarna naar de voedingssector. Dit kader werd alsmaar verlengd, onder andere door de Oekraïneoorlog en de geopolitieke spanningen. Ondertussen kunnen lidstaten aan elk landbouwbedrijf tot 280.000 euro staatssteun geven.”

Terwijl landen als Polen en Italië miljarden euro's aan hun landbouwers uitdelen, blijven boeren in andere lidstaten met lege handen achter. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie. “Nochtans zou de Europese interne markt dé garantie moeten zijn voor een veerkrachtige en welvarende agrovoedingssector in de Europese Unie”, zegt Beke. “Dit is zeker het geval voor open economieën als Vlaanderen. Van de 53,8 miljard euro aan agrohandelsproducten die Vlaanderen in 2022 exporteerde, ging 81,5 procent naar andere Europese lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.”

Uitzondering

De versnippering van de Europese interne markt baart Beke steeds meer zorgen. “Ik pleit ervoor om snel terug te keren naar de situatie waarbij staatssteun op niveau van de lidstaten enkel in uitzonderlijke omstandigheden én voor een korte periode wordt toegestaan, ook in de landbouw”, zegt hij. “Een subsidiewedloop helpt niemand vooruit en zorgt alleen maar voor meer ongelijkheid en ongenoegen. In de plaats daarvan moeten we eerlijke concurrentie waarborgen en blijvend inzetten op een gelijk speelveld, ook met andere delen in de wereld. Alleen zo zaaien we geen onderlinge verdeeldheid, maar plukken we de vruchten van de grootste troef van de Europese Unie: de eengemaakte markt.”

Vlaams landbouwminister Jo Brouns (CD&V) zit op dezelfde lijn. Hij kaart dit probleem dezer dagen ook aan op de Europese Raad voor landbouw in Genk. “In het licht van de inval in Oekraïne en de gigantische gevolgen daarvan op de landbouwmarkten, was een versoepeling nodig. Idem voor de industrie, die zwaar leed onder de energiecrisis. Maar het moet gaan om échte crisissteun. Zowel bij de landbouw als de industrie moeten we echt terug naar strengere staatssteunregels”, besluit Brouns.

Vorige
Vorige

Informele Raad Landbouw geeft start aan Europese voedselstrategie

Volgende
Volgende

Interview HBVL: “Europa moet zekerheid bieden op eigen gezonde, lokale voeding zodat we niet afhankelijk zijn van de Russen, Chinezen of Zuid-Amerikanen.