Au pairs krijgen eindelijk statuut

Au pair-jongeren zullen vanaf nu bekeken worden als werknemers en zullen onder een arbeidscontract tewerkgesteld worden. Dat werd vandaag door Vlaams minister van Werk Jo Brouns beslist. Nadat de Vlaamse Sociale Inspectie aan de alarmbel trok na misbruiken vast te stellen bij au pairs, maakte minister Brouns snel werk om deze groep structureel beter te beschermen op de arbeidsmarkt.

 

In Vlaanderen wordt een au pair gedefinieerd als een jongere die tijdelijk door een gezin wordt opgenomen, waar hij of zij kost en inwoon krijgt in ruil voor lichte huishoudelijke taken. Zij krijgen daarvoor maandelijks zakgeld van minimaal 450 euro.

 

Au pairs krijgen een arbeidskaart van het Vlaamse Gewest indien zij aan de voorwaarden voldoen. Dit geldt vandaag enkel voor niet-Europese au pairs. Jongeren die als au pair werken in ons land vanuit een ander EU-land, mogen ingevolge van het vrij verkeer van personen meteen beginnen, maar daardoor blijven zij ook onder de radar voor de Sociale Inspectie.

 

Hierdoor bevinden deze jongeren zich vaak in kwetsbare situaties. Ze zijn vaak jong en komen in een situatie met een zeer beperkt sociaal netwerk terecht. De Vlaamse Sociale Inspectie heeft het toezicht op de naleving van de voorwaarden van de niet-Europese au pair-jongeren reeds enkele jaren hoog op haar prioriteitenlijst staan. Doorheen vijf jaar (2017-2021) werden er 403 onderzoeken uitgevoerd, waarvan 42% van de bezoeken heeft geleid tot het vaststellen van inbreuken. De drie meest voorkomende inbreuken waren:

1)     Het betalen van onvoldoende zakgeld

2)     Het overschrijden van het maximum aantal werkuren

3)     De au pair-jongere niet laten deelnemen aan de verplichte taalcursus

 

Eenzelfde controle zal vanaf nu mogelijk zijn voor de Europese au pair-jongeren. Niet onbelangrijk, omdat we tot op heden geen zicht hebben op de aanwezigheid en de werkomstandigheden van deze doelgroep in Vlaanderen.

 

Arbeidscontract biedt bescherming aan deze groep

Au pairs zullen in de toekomst tewerkgesteld worden onder een arbeidscontract en mogen pas aan de slag gaan na toewijzing door een au-pairbureau. Een arbeidscontract biedt hen een sterkere sociale bescherming en biedt hen extra handvaten tegen mogelijke inbreuken of onredelijke eisen van het gastgezin. Zo staan zij meteen ook op de radar van de inspectie. De verplichte toewijzing via een bureau zorgt er dan weer voor dat de au pair een aanspreekpunt heeft bij vragen over zijn of haar tewerkstelling. Deze werknemers beschikken immers niet zelden maar over een zeer beperkt sociaal netwerk in ons land en hebben vaak weinig kennis over de rechten die zij hier hebben.

 

De concrete uitwerking zal in verder overleg met de sector en de sociale partners gebeuren.

 

Vlaams minister van Werk Jo Brouns: “Ik ben trots op dit historische akkoord. Zo zorgen we voor de bescherming van deze kwetsbare groep. Au pairs zijn jongeren die boordevol enthousiasme en nieuwsgierigheid naar Vlaanderen en België komen, maar hier kwetsbaar zijn voor uitbuiting. Ze hebben een beperkt sociaal netwerk en hebben een grote afhankelijkheid van het gastgezin waarbinnen ze verblijven. Met deze beslissing nemen we belangrijke stappen in de bescherming van deze leergierige jongeren.”

Vorige
Vorige

Betere bescherming voor huishoudhulpen en dienstencheque-gebruikers

Volgende
Volgende

Kinderopvang cruciaal om tot 80 procent tewerkstelling te komen