Betere bescherming voor huishoudhulpen en dienstencheque-gebruikers
Een dienstencheque-onderneming zal in de toekomst een schriftelijke overeenkomst moeten sluiten met klanten als zij bijkomende kosten aanrekent, naast de dienstencheques die voor gepresteerde uren worden gebruikt. Dat werd vandaag goedgekeurd op de Vlaamse Regering op het voorstel van Vlaams minister van Werk Jo Brouns. Daarbovenop werd ook het systeem uitgewerkt om huisbezoeken uit te voeren. “Poetshulpen hebben niet één werkvloer, maar tientallen”, zegt minister Brouns. “En die moeten alle tien even veilig zijn.”
Uit een enquête die eerder dit jaar werd afgenomen blijkt dat vorig jaar maar liefst 31% van de ondernemingen extra kosten aanrekende aan haar klanten. Daarnaast bleek 27% van plan om in de loop van dit jaar bijkomende kosten te beginnen aanrekenen en nog eens 21% denkt er aan om dit op termijn ook te doen. De redenen waarom dienstencheque-ondernemingen dit doen zijn divers. Veel ondernemingen rekenen extra kosten aan om rendabel te blijven, om het loonpakket van de huishoudhulpen aantrekkelijker te maken of met die bijdrage in een betere omkadering te voorzien voor de huishoudhulp.
Vorig jaar legde de Vlaamse Regering de verplichting op om het verschil tussen de aanrekening van dienstencheques en de facturatie van extra administratieve kosten duidelijk kenbaar te maken in de rekening, zodat gebruikers beter geïnformeerd zijn over de kosten die zij maken.
Het afgelopen jaar werd echter duidelijk dat niet alle erkende ondernemingen hierover van meet af aan duidelijkheid over bieden en veel gebruikers pas bij de facturatie geconfronteerd worden met een extra kost. Ook de hoogte van de kostprijs en de manier waarop de aanrekening gebeurt, loopt vaak uiteen. 55% rekent een forfaitair bedrag aan op periodieke basis, terwijl 33% ervoor kiest om een extra kost aan te rekenen per uur of per poetsprestatie. Bij de gebruikers die een administratieve kost betalen, betaalt 60% gemiddeld tussen de 25 en 75 euro extra per jaar.
Meer transparantie bij aanrekening van kosten
Er is met andere woorden nood aan meer transparantie over de prijszetting in de dienstenchequesector. Daarom zal een onderneming, die extra kosten wil aanrekenen, in de toekomst een schriftelijke overeenkomst moeten sluiten met de gebruiker. Daarin zal op een duidelijke en begrijpelijke wijze de kostprijs van de dienstverlening, alsook de nadere modaliteiten van de aanrekening moeten worden vermeld. Als de kostprijs in de loop van de dienstverlening wijzigt, zal dat ook tijdig moeten worden meegedeeld aan de klanten. “We hopen op die manier meer duidelijkheid te creëren voor de burgers, zodat ze weten ze waar ze aan toe zijn en wat het totaalplaatje dan wel mag kosten.” Zo worden gebruikers reeds op voorhand grondig ingelicht over de totale kostprijs en worden zij niet plots geconfronteerd met een torenhoge rekening.
Vlaams minister van Werk Jo Brouns: “Er kunnen talloze redenen bestaan om administratieve kosten aan te rekenen. Elke onderneming is anders en die vrijheid moet ook beschermd blijven. Het kan voor mij echter niet door de beugel om gebruikers voor voldongen feiten te stellen. Met een schriftelijke overeenkomst zijn klanten op voorhand geïnformeerd over welke kosten er eventueel bijkomend aangerekend worden. Iedereen moet voor elk product op voorhand kunnen weten hoeveel het hem zal kosten.”
Veilige werkomstandigheden voor poetshulpen
Eerder liet minister Brouns weten extra maatregelen te zullen nemen om de goede arbeidsomstandigheden en correcte loon- en arbeidsvoorwaarden van huishoudhulpen te beschermen. Vandaag keurt de Vlaamse Regering het kader goed waardoor klanten duidelijke informatie krijgen over hoe ze hun huishoudhulp veilig kunnen laten werken. Ook worden huisbezoeken mogelijk gemaakt voorafgaand aan de start van de tewerkstelling van huishoudhulpen.
Vlaams minister van Werk Jo Brouns: “Een huishoudhulp werkt niet op één, maar op talloze werkvloeren. Zij werken op eenzelfde dag vaak op vele plaatsen, steeds met ander materiaal, andere bezems, andere producten. Veel producten die bij mensen thuis staan, zijn pas schadelijk als men ze in grote hoeveelheden gebruikt. Met correcte informatie kunnen we gebruikers sensibiliseren over goede werkomstandigheden voor huishoudhulpen. Ik twijfel er niet aan dat de Vlaming zijn huishoudhulp op handen draagt – we hebben dan ook de plicht om hen goed te informeren.”
