Brouns voert duidelijke oplossing in voor beoordeling van gemeentelijke en provinciale projecten
Gemeenten en provincies mogen niet langer zelf beslissen over projecten waarbij ze ook aanvrager zijn als er een milieutoets nodig is. Dat besliste het Grondwettelijk Hof, in lijn met Europese regels over belangenconflicten. Hierdoor komt de bouw van bijvoorbeeld gemeentelijke scholen in het gedrang. Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns stelt nu een oplossing voor om stilstand en rechtsonzekerheid te vermijden: een heldere bevoegdheidsescalatie.
In Vlaanderen moeten bouw- en infrastructuurprojecten vooraf worden getoetst op hun milieugevolgen. Bij grote projecten gebeurt dat via een volwaardig milieueffectenrapport (MER). Bij kleinere projecten volstaat een ‘light’ milieutoets of screening. Tot nu toe konden gemeenten en provincies die screenings zelf uitvoeren, ook als ze zelf de aanvrager waren. Dat botst met Europese regels, want een overheid mag niet tegelijk aanvrager én beoordelaar zijn.
Het gevolg is dat gemeenten en provincies voor sommige projecten waarvan ze zelf de aanvrager zijn, niet meer zelf kunnen beslissen, zoals bij een nieuwe sporthal, een zwembad of infrastructuurwerken. Lopende en kleinere projecten zonder screeningsplicht kunnen wel doorgaan.
Brouns wil snel een robuuste oplossing
Om de situatie te deblokkeren stelt minister Brouns een duidelijke escalatieregel voor:
Gemeentelijke projecten met milieueffecten worden voortaan beoordeeld door de provincie.
Provinciale projecten met milieueffecten worden beoordeeld op Vlaams niveau.
Zo wordt elke schijn van belangenvermenging weggewerkt en blijven investeringen mogelijk.
Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving: “We lossen dit snel en helder op. Wie een project aanvraagt, mag niet tegelijk zelf de scheidsrechter zijn. Met deze escalatieregel zorgen we voor een onafhankelijke beoordeling, meer rechtszekerheid en minder vertraging.”
Vergunningen die op basis van de vorige regeling zijn verleend, blijven bestaan.
Met deze aanpak komt Vlaanderen tegemoet aan de Europese regels en aan de terechte bezorgdheid van lokale besturen. De nieuwe regeling maakt het mogelijk om noodzakelijke investeringen te blijven realiseren met een onafhankelijke toetsing. Minister Brouns zal de voorstellen nu uitwerken zodat de regels snel kunnen worden aangepast.
