Piekbelasters : samen met landbouwers zoeken we naar maatwerk in het stikstofdecreet
De identificatie van piekbelasters is een rechtstreeks gevolg van het nieuwe stikstofdecreet. Zoals bepaald in artikel 17 van dat decreet, wordt een piekbelaster gedefinieerd als een IIOA (inrichtingen met een individuele beoordeling) waarvan de impactscore in minstens twee van de drie jaren (2020, 2021, 2022) hoger is dan of gelijk is aan 50%.
Deze herberekening gebeurde volledig vanaf nul, op basis van objectieve criteria. Minister Jo Brouns heeft bij zijn aantreden samen met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) deze oefening prioritair aangepakt om snel duidelijkheid te bieden aan de betrokken bedrijven. In juni 2025 werd deze oefening afgerond en zijn alle betrokken bedrijven individueel geïnformeerd via telefoon, plaatsbezoek en een officieel schrijven.
In totaal werden 11 bedrijven in Vlaanderen als piekbelaster geïdentificeerd. Enkele daarvan zijn inmiddels ingestapt in een vrijwillig stopzettingstraject. Het is belangrijk te benadrukken dat deze bedrijven zelf geen schuld treffen aan hun status. Het gaat vaak om kleinere, familiale landbouwbedrijven die door hun ligging nabij natuurgebieden als piekbelaster worden aangemerkt. De verdeling is als volgt: 4 in Oost-Vlaanderen, 3 in Limburg, 3 in Antwerpen en 1 in Vlaams-Brabant.
Gezien de gevoeligheid van de informatie – zowel emotioneel als bedrijfstechnisch – wordt geen bijkomende detailinformatie over de bedrijven verstrekt.
Een fundamenteel verschil met het vorige beleid is dat bedrijven toen bij een impactscore van meer dan 50% automatisch met sluiting werden geconfronteerd. Vandaag kiezen we bewust voor een andere aanpak.
Minister Jo Brouns:
“Waar enkele jaren geleden nog 60 bedrijven te horen kregen dat ze tegen 2025 zouden moeten sluiten, kunnen we dat cijfer nu aanzienlijk bijstellen. Dat neemt niet weg dat het voor elk van deze bedrijven een bijzonder moeilijke boodschap blijft. Maar in tegenstelling tot vroeger, bieden we nu eerst de kans om te onderzoeken of bijkomende inspanningen mogelijk zijn om de stikstofuitstoot te verminderen. We weten dat deze inspanning zeer groot zal zijn, maar je krijgt wel de kans. We gaan bedrijven niet bij voorbaat sluiten. Ik blijf dan ook, samen met de bedrijven, zoeken naar oplossingen op maat zodat ook zij perspectief kunnen behouden op een leefbare toekomst in Vlaanderen.”
Samen met de Vlaamse Landmaatschappij en het Agentschap Landbouw en Zeevisserij blijft minister Brouns in nauw contact met deze bedrijven. Er wordt ingezet op een flankerend beleid waarbij landbouwers een vergoeding kunnen ontvangen voor vrijwillige stopzetting. Tegelijk wordt onderzocht of bedrijven die bereid zijn bijkomende inspanningen te leveren om hun stikstofuitstoot te verminderen, alsnog in aanmerking kunnen komen voor een nieuwe vergunning.
