Rioleringsgraad in Vlaanderen stijgt naar 94%
De voorbije 6 jaar steeg de rioleringsgraad in Vlaanderen met 6% tot 94% . Ook voor waterzuivering worden stappen vooruit gezet: het afvalwater van 88,4% van de Vlamingen wordt gezuiverd in een rioolwaterzuiveringsinstallatie of met een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater. "Deze cijfers tonen aan dat onze aanhoudende investeringen in riolering en waterzuivering hun vruchten afwerpen,” aldus Vlaams minister van Omgeving en Landbouw, Jo Brouns
Rioleringsgraad stijgt met 6% op 6 jaar tijd
Uit de meest recente cijfers van de gemeentelijke rioolbeheerders (mei 2025) blijkt dat de rioleringsgraad in Vlaanderen nu 94% bedraagt. Op 6 jaar tijd is de rioleringsgraad zo met 6% toegenomen.
De stijging weerspiegelt de aanhoudende investeringen van de gemeentelijke rioolbeheerders en de Vlaamse overheid in de aanleg en vervanging van rioleringsinfrastructuur. De investeringen van de gemeentelijke rioolbeheerders zijn gestegen van 317 miljoen (in 2020) naar 506 miljoen Euro in 2023. De totale uitgave (investeringen en exploitatie) was zelfs 752 miljoen Euro in 2023. De Vlaamse overheid subsidieert daarvan ieder jaar 120 miljoen euro. De voorspellingen wijzen op een blijvende stijging van het totale rioleringsbudget de komende jaren.
Ook een beter zicht op de rioleringsinfrastructuur op het terrein ligt mee aan de basis van de betere cijfers. Alle gemeentelijke rioolbeheerders rapporteren vandaag in de overkoepelende Vlaamse rioolinventaris, waardoor een volledigere inventarisatie mogelijk is.
De vooropgestelde rioleringsgraad voor een individuele gemeente kan variëren. Zo kan die voor een stad 100% benaderen, maar zal een meer landelijke gemeente met verspreide bewoning een lager einddoel hebben. In landelijke gebieden wordt naast riolering ook ingezet op individuele zuivering van afvalwater. Daar overstijgen de kosten voor rioleringsaanleg de baten van een aansluiting op riolering en collectieve waterzuivering. Daarom is voor die locaties een verplichte IBA vastgelegd.
Nieuwe saneringsgraad: collectieve + individuele zuivering
Om een nog duidelijker beeld te geven van de waterzuivering in Vlaanderen berekent de VMM voortaan de ‘saneringsgraad’. Die omvat zowel de collectieve zuivering via RWZI/KWZI als de individuele zuivering met een IBA (of bij uitzondering een gesloten opvangsysteem). Zowel de saneringsgraad als de zuiveringsgraad zijn gebaseerd op de informatie uit het zoneringsplan en tonen de situatie eind 2023 (o.b.v. rapportering 2024).
Ongeveer 2% van de Vlamingen moet een IBA plaatsen en zelf zijn afvalwater zuiveren. De mate waarin IBA’s moeten geplaatst worden verschilt regionaal sterk tussen de provincies en gemeenten. Door de gerealiseerde IBA’s en de collectieve zuivering in één cijfer te combineren, krijgen steden en gemeenten nu een accurater beeld van hoe ver ze juist staan.
Vooral voor enkele gemeenten in West-Vlaanderen zorgt dit voor een verschuiving van de middenmoot naar betere scores. Voor andere gemeenten zijn de verschillen vaak kleiner, maar daarom niet minder belangrijk voor de lokale waterkwaliteit.
Op niveau Vlaanderen verschillen saneringsgraad en zuiveringsgraad nauwelijks. 88,4% saneringsgraad en 88% zuiveringsgraad in Vlaanderen.
Een derde individuele waterzuiveringsinstallaties al gerealiseerd
In totaal zijn nu al 16.753 van deze IBA's gebouwd (toestand eind 2023). Dat komt overeen met 31,5% van het totale aantal te installeren IBA’s. In 2019 was nog maar een vijfde van de voorziene IBA’s gerealiseerd. Als we enkel kijken naar de prioritair te plaatsen IBA’s is 67,3% gebouwd of 7573 IBA’s.
Bekijk de IBA-cijfers voor jouw gemeente of provincie
Collectieve zuiveringsgraad stijgt naar 88%
Het merendeel van de Vlamingen is nu al aangesloten op riolering, waardoor hun afvalwater collectief gezuiverd kan worden in grote rioolwaterzuiveringsinstallaties.
De zuiveringsgraad wordt net zoals de saneringsgraad vanaf dit jaar berekend op basis van het gemeentelijk zoneringsplan. Uit de berekening van de meest recente gerapporteerde gegevens (2023) blijkt dat de Vlaamse zuiveringsgraad stijgt naar 88% ofwel 4% meer dan in 2019.
De snelheid waarmee de Vlaamse zuiveringsgraad nog stijgt, neemt af. Investeringen in riolering en collectieve waterzuivering gebeuren vandaag vooral in de aansluiting van kleinere en meer afgelegen woonkernen. Dat betekent een hogere kostprijs per aan te sluiten inwoner.
De investeringen in bijkomende waterzuivering zorgen voor een sprong voorwaarts voor de gemeentelijke zuiveringsgraad en de lokale waterkwaliteit, maar zijn in mindere mate te zien in het Vlaamse gemiddelde.
Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving: "Deze cijfers tonen aan dat onze aanhoudende investeringen in riolering en waterzuivering hun vruchten afwerpen. We beschermen niet alleen onze waterkwaliteit, maar versterken ook de leefomgeving van elke Vlaming. Door samen te blijven investeren, in steden én op het platteland, bouwen we stap voor stap aan een toekomstbestendig watersysteem.”
Eerder dit jaar kondigde Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns, aan dat hij bijkomend een half miljard euro extra vrij voor de periode 2026–2030 om gemeenten te ondersteunen bij de (her)aanleg van rioleringen. Het doel is de waterkwaliteit te verbeteren, de zuiveringsgraad te verhogen en riooloverstorten te verminderen, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gebieden en landelijke zones. Gemeenten die intekenen, kunnen hun projecten volledig laten uitvoeren en financieren door Aquafin, dat ook instaat voor begeleiding en toezicht. Zo krijgen lokale besturen financiële ademruimte én praktische ondersteuning.
De investering is volgens Brouns essentieel in de strijd tegen wateroverlast, droogte en het lozen van afvalwater in waterlopen. Hij roept op tot een gezamenlijke aanpak met Aquafin, gemeenten en rioolbeheerders om versneld knelpunten aan te pakken, vooral waar de zwemwaterkwaliteit onder druk staat.
