Vlaanderen moet door Vlaanderen bestuurd kunnen worden.  De natuurherstelwet verhindert dit.

De Natuurherstelwet zoals die voorligt biedt onvoldoende garanties voor minister van Landbouw en Economie Jo Brouns (cd&v): “Onze ondernemers en landbouwers moeten weten waar ze aan toe zijn. Het huidig voorstel blijft te veel een blanco cheque. Natuurherstel kan pas duurzaam zijn indien men bouwt aan een draagvlak en de bezorgdheden die leven in Vlaanderen echt wil wegwerken.”

In het onderhandelingsmandaat van de Vlaamse regering was afgesproken om de werking van de nieuwe Natuurherstelwet te kunnen beperken tot de bestaande Natura2000 gebieden en dat de regio’s zelf aan het stuur blijven bij de opmaak van de herstelplannen. Volgens Vlaams minister van Landbouw en Economie Jo Brouns is aan beide voorwaarden niet voldaan: “De duidelijke afbakening van het verslechteringsverbod was een belangrijke eis, maar daar wilde men eigenlijk nooit voldoende in meegaan. Rond de opmaak van de herstelplannen zijn er wel vage engagementen, maar deze zijn nooit meegenomen in de teksten, en dat de lidstaten dus gedwongen zullen zijn om rekening te houden met opmerkingen van de Europese commissie. Vlaanderen verliest dus autonomie. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van de Christendemocratische fractie in het Europees parlement en een aantal Europese lidstaten schoof de tekst de laatste weken op in de goede richting, maar was voor dus ons nog altijd niet aanvaardbaar.”

Zowel in het Europees Parlement als in de Europese Raad was de stemming bijzonder verdeeld. Nederland, Polen, Italië, Finland en Zweden stemden tegen het onderhandelingsmandaat dat voorlag. België en Oostenrijk onthielden zich. Eerder hadden de landbouwcommissie en de visserijcommissie in het Europees parlement de tekst van de Commissie weggestemd. In de milieucommissie waren evenveel voor- als tegenstanders. “Niemand is natuurlijk tegen natuurbescherming en -herstel, maar voor een duurzaam draagvlak zal men de bezorgdheden die leven – oa in Vlaanderen en Nederland – echt moeten wegnemen en een brede consensus bouwen. De meerderheid op dit moment in de Raad is flinterdun, daarmee bouw je geen draagvlak voor natuurbeleid.”

Voldoende juridische waarborgen zijn er op dit moment nog altijd niet volgens Brouns. Het fameuze verslechteringsverbod laat bijvoorbeeld nog te veel ruimte. “Met een dubbelzinnige compromistekst schieten we niks op, want dan zal die nog altijd vogelvrij zijn voor interpretaties bij juridische procedures. In het verleden zijn we misschien te gemakkelijk meegaan in regelgeving die een blanco cheque geeft aan rechters om ze in te vullen, die les hebben we wel echt geleerd. We willen geen nieuwe stikstofcrisis organiseren, vandaag of binnen 20 jaar.”

Die ervaring van de voorbije jaren zorgt ervoor dat er ook bij landbouwers en andere ondernemers veel argwaan is over de mogelijke gevolgen van de Natuurherstelwet. “Hun bezorgdheid begrijp ik. Onze boeren zijn de frontsoldaten in de strijd tegen de klimaatverandering, zij worden als eerste geconfronteerd met de gevolgen en zij moeten het meest van al zich aanpassen. Zij willen dus echt wel inspanningen doen, maar dan moet men hen voldoende rechtszekerheid kunnen geven. Zonder zekerheid over vergunningen en toegang tot grond zal geen enkele ondernemer willen investeren”, zegt Brouns.

“De mondelinge beloften van de Europese commissie stellen niemand gerust”, vertelt Brouns over het gevoel dat bij landbouwers leeft, “Langs de ene kant schreeuwt men moord en brand over te hoge voedselprijzen en spreekt men van prijsblokkeringen, en langs de andere zouden we dan weer met een nieuwe laag regels en inspanningen komen voor diezelfde ondernemers. De impact van deze voorstellen op de economie zijn door de Europese Commissie helaas onvoldoende onderzocht, zeker voor dichtbevolkte gebieden zoals Vlaanderen.”

“Europese verordeningen zijn niet vrijblijvend. Bijsturingen wanneer iets niet of slecht blijkt te werken is aartsmoeilijk. We moeten dan ook zorgen dat er van bij de start een tekst voorligt die voor de verschillende regio’s in Europa daadwerkelijk toepasbaar is. Als we het vertrouwen van de bevolking in de Europese besluitvorming willen behouden, dan moeten we weer veel meer rekening mee houden met dat subsidiariteitsbeginsel. Anders merken we dat omwille van een ondoordachte beslissing vandaag, het binnen enkele jaren onmogelijk is om een uitbreiding te doen van een woonzorgcentrum, studentenwoningen of lokale basisschool, omdat daar toevallig een habitat ligt.”, besluit Brouns.

Vorige
Vorige

Minister Brouns versterkt kmo-competenties op de Dag van de Kleine Onderneming

Volgende
Volgende

Brouns houdt vinger aan de pols bij lokale besturen in brede aanpak NedCar